De herfst heeft zijn intrede gedaan en de festiviteiten rond het jubileum van de Kurfürstendamm zijn voorbij. Eén van de hoogtepunten was het festival of lights dat niet alleen de Kurfürstendamm maar vooral ook die andere grote boulevard in Berlijn Unter den Linden in een sprookjesachtige plek omtoverde.
In de herfst is de stad eigenlijk op zijn mooist. Berlijn is een zeer groene stad en dat groen heeft zich nu in fraaie herfstkleuren veranderd. Aangezien het in deze tijd van het jaar veelal fris, zonnig en rustig weer is, is het een uitgelezen periode eens een wandeling in de natuur te maken – en die is in Berlijn nooit ver weg. Een aanrader is de Schlachtensee, een meer dat in het zuidwesten van Berlijn is te vinden. U komt hier het eenvoudigst met de S-Bahn (lijn S1 richting Wannsee). Vanaf station Friedrichstrasse is het precies een half uur rijden. Als u het station uitkomt, steekt u de straat Am Schlachtensee over en ziet dan het meer direct vóór u liggen.
Een rondje om het meer is precies 6 km lang, dus een uurtje lopen. Ik raad u aan met de klok méé te lopen: op die manier passeert u na zo’n driekwart van de route het populaire restaurant Alte Fischerhütte, waar men een prachtig uitzicht op de Schlachtensee heeft, de koffie goed is en het personeel vriendelijk.
Voor de meesten zal zo’n rondje Schlachtensee wel genoeg zijn, maar de echte wandelaars nemen er vaak het aangrenzende meer Krumme Lanke nog even bij.
Maar daar hoeft het niet bij te blijven: na de Krumme Lanke volgen in noordelijke richting achtereenvolgens de Riemeisterfenn en de bekende Grunewaldsee met het statige Forsthaus Paulsborn en het Jagdschloss Grunewald. Update 2024: het Forsthaus Paulsborn staat er nog steeds, maar heeft inmiddels een Italiaans sausje gekregen en heet nu 12 Apostoli.
Paulsborn is geknipt voor een pauze met koffie en gebak en in het naburige Jagdschloss is sinds kort weer de omvangrijke Cranach-tentoonstelling te zien met uit de 16e eeuw stammende werken van vader (1472-1553) en zoon (1515-1586) Cranach, die beiden tot de belangrijkste schilders van de Renaissance worden gerekend.
Vooral in het weekend is het hier nogal druk – vooral rondom de Grunewaldsee, waarschijnlijk omdat het hier is toegestaan honden vrij rond te laten lopen. Als laatste komt dan de Hundekehlesee, waar de deftige tennisclub Rot-Weiß Berlin zijn domicilie heeft. Het stadion is overigens naar Steffi Graf vernoemd en het restaurant heet natuurlijk Grand slam.
U bevindt zich hier in wat waarschijnlijk het chicste gedeelte van heel Berlijn is, met fraaie huizen, zoals de villa Konschewski op de Gottfried-von-Cramm-Weg, en veel gebouwen die onder monumentenzorg vallen. Vanaf de Hundekehlesee belandt u via de Auerbacher Strasse binnen een paar minuten bij het S-Bahn station Grunewald. Hier vandaan bent u met de S-Bahn richting Zoologischer Garten en Alexanderplatz weer snel in de binnenstad. Als alternatief kunt u vanaf dit station ook bus M19 nemen, die u via een aantal kleinere meertjes (Dianasee, Koenigssee en Hubertussee) naar de Halensee brengt, vervolgens de Kurfürstendamm van begin tot eind afrijdt en dan doorgaat naar Kreuzberg.
De vorige keer schreef ik al iets over de tentoonstelling Gesichter der Renaissance in het Bodemuseum. Deze tentoonstelling blijft uitermate populair en de rijen voor de kassa’s zijn nog niet veel korter geworden. Er is echter goed nieuws: mocht u geen kaartje kunnen bemachtigen, kunt u sinds kort uitwijken naar een bijzondere expositie in het direct daarnaast gelegen Pergamonmuseum.
Nog tot september volgend jaar is hier namelijk het Pergamon-Panorama te bewonderen dat óók een bezoek meer dan waard is. Bij het woord panorama denken wij natuurlijk automatisch aan het Panorama Mesdag in Scheveningen en daar is het in principe ook wel mee te vergelijken.
Het beeld dat wij hier zien is echter dat van de stad Pergamon in het jaar 129 en is gemaakt door Yadegar Asisi, een kunstenaar uit Oostenrijk met Perzische wortels. Uiteraard heeft men pas een goed idee van het werk als men de vele trappen van het uitkijkplatform heeft beklommen – maar gelooft u mij: het is de moeite waard. Weliswaar oogt het allemaal tamelijk idyllisch, maar aan de andere kant geeft het toch wel een aardige indruk van hoe het er in een antieke Griekse stad ten tijde van de Romeinse overheersing aan het begin van onze jaartelling ongeveer moet hebben uitgezien. En door de passende muziek en de slimme wisseling van dag en nacht wordt die indruk nog versterkt.
Het Pergamon-panorama is overigens nog een stuk groter dan dat van Mesdag. Ik heb het er even op nageslagen: Panorama Mesdag heeft een totale lengte van 120 meter en is 14 meter hoog, het werk van Asisi is ruim 100 meter lang en maar liefst 25 meter hoog. Hij kan nog hoger trouwens, want in Leipzig is momenteel zijn panoramabeeld van het Amazonegebied te bewonderen en dat is zelfs 30 meter hoog.
Ook voor het Pergamon moet u geduld meebrengen, maar na een half uurtje wachten kunt u in de regel wel naar binnen. De toegang is trouwens niet echt goedkoop: 13 Euro voor het Panorama (18 Euro in combinatie met een bezoek aan het “normale” Pergamonmuseum).
Over de Karl-Marx-Allee in de wijk Friedrichshain heb ik vroeger al eens het één en ander geschreven (hier na te lezen). Op nummer 93a (nabij het U-Bahnstation Weberwiese) is een klein museum te vinden, dat niet zeer bekend is. Dat is ten onrechte, want dit Computerspielemuseum is de moeite van een bezoekje zeker waard.
Voor de wat ouderen, die hier nog eens de Commodores, de Ataris, de Sinclairs en de Amigas uit hun jeugd kunnen bewonderen en voor de jongeren, omdat hier veel over de geschiedenis van het computerspel valt te leren. Bovendien is een groot deel van de tentoonstellingsstukken interactief. Kortom, een paar genoeglijke uurtjes voor de Homo Ludens Digitalis zoals de makers van de tentoonstelling de bezoekers met een knipoog noemen. Het station Weberwiese bereikt u vanaf het station Alexanderplatz met de U-Bahn lijn 5.
Het lijkt er op dat Berlijn als reisdoel al maar populairder wordt. Steeds vaker hoor ik hier Nederlands op straat, in winkels en in musea. Af en toe raak ik wel eens met een bezoeker uit Nederland in gesprek en de meningen over Berlijn variëren meestal van geweldig tot fantastisch. Mocht u nog twijfelen: vele landgenoten gingen u al voor, daaronder ook diverse illustere Nederlanders zoals op de collage in het Kanzleramt is te zien. Berlijn: warm aanbevolen, ook in de koude tijd van het jaar.
Een vriendin van me keerde onlangs teleurgesteld terug uit Berlijn. Ze vond het geen mooie stad. Inderdaad. Berlijn is niet zo mooi als Parijs of Rome. Maar wat Berlijn voor mij zo aantrekkelijk maakt is zijn geschiedenis, zijn veelzijdigheid, de gezelligheid – ja ook dat bestaat in Duitsland – en de gemakkelijkheid waarmee je je dor de stad kun begeven, per fiets, openbaar vervoer en zelfs per auto.