Hierboven ziet u een foto, opgenomen op de Kurfürstendamm op een doordeweekse dag eind maart. De maand maart van het jaar 2013 belooft één van de koudste van de laatste honderd jaar te worden en de mensen in Berlijn hebben meer dan genoeg van de kou, de sneeuw en de grijze lucht. Maar dat is in Nederland vermoedelijk niet anders.
Door drukke werkzaamheden is het schrijven van een nieuw artikeltje er de laatste maanden bij in geschoten, maar ik ben vast van plan er dit jaar weer wat meer tijd aan te besteden. Het is leuk om te doen en er is over Berlijn uiteraard nog steeds veel te vertellen.
In de vorige blog stelde ik u een aantal wat minder prominente Berlijnse musea voor. Deze keer wil ik twee veel bekendere Berlijnse musea nog eens extra onder uw aandacht brengen: de Neue Nationalgalerie vanwege de expositie die hier momenteel is te vinden en de Gemäldegalerie, die de laatste tijd veel in het nieuws is.
In de Neue Nationalgalerie is nog tot begin september de expositie Der geteilte Himmel te zien, die werken uit de tijd van 1945 tot 1968 presenteert – de tijd dus van de Koude Oorlog. De naam van de tentoonstelling verwijst naar een novelle van de Oostduitse schrijfster Christa Wolf uit 1963, die de tegenstellingen (vooral in politieke zin) tussen oost en west tot inhoud heeft.
De expositie laat deze tegenstellingen zien: aan de ene kant zijn werken van kunstenaars als Andy Warhol, Henry Moore, Joseph Beuys en ook Karel Appel te vinden en als tegenhanger schilderijen van Oostduitse collega’s, voor wie toentertijd het zogenoemde Socialistisch Realisme het uitgangspunt diende te zijn. Dat dit echter lang niet altijd opging bewijzen werken van bij voorbeeld Georg Baselitz en Harald Metzkes. Van de laatste is onder andere het fascinerende schilderij Abtransport der sechsarmigen Göttin te bewonderen. In de zomer komt er een vervolg: dan worden werken uit de tijd tussen 1968 en 2000 getoond.
De Neue Nationalgalerie is goed met het openbaar vervoer te bereiken: met de U2 (station Mendelssohn-Bartholdy-Park), met bus 48 (halte Kulturforum) of met bus 29 (halte Potsdamer Brücke).
Vanaf de Neue Nationalgalerie zijn het slechts enkele meters naar de beroemde Gemäldegalerie (zie kaartje) dat eveneens tot het zogenoemde Kulturforum Berlin behoort. De Nationalgalerie werd in de zestiger jaren gebouwd en geldt als het laatste grote meesterwerk van de beroemde architect Ludwig Mies van der Rohe (1886-1969). De Gemäldegalerie werd kort na het einde van de Tweede Wereldoorlog door brand volledig verwoest en de herbouw werd pas in 1998 voltooid. Het is tot op de dag vandaag niet duidelijk of het hierbij al dan niet om brandstichting ging.
De herbouw stoelde weliswaar op plannen uit 1986, maar werd pas na de val van de Muur voltooid. Het was toen al duidelijk dat de nieuwe Gemäldegalerie te klein zou zijn voor de gezamenlijke collecties uit West- en Oost-Berlijn, maar hoewel er veel stemmen opgingen die er voor pleitten om de verzameling van de Oost-Berlijnse Gemäldegalerie op het Museumsinsel te behouden, werden de beide collecties uit Oost en West uiteindelijk toch in de nieuwe Gemäldegalerie in het Kulturforum ondergebracht. Gecompliceerd? Ja, behoorlijk – maar zulke verhalen behoren nu eenmaal tot de geschiedenis van het Berlijn van de twintigste eeuw. En het wordt nog wat ingewikkelder:
Er is intussen een nieuwe discussie ontstaan over de vraag of de klassieke meesterwerken uiteindelijk toch liever weer richting Museumsinsel dienen te gaan. Dat zou betekenen dat de huidige Gemäldegalerie zijn grootste schatten zou moeten afstaan en zich voornamelijk op contemporaine kunst zou moeten concentreren. Geld is er voor dit soort plannen niet in het minst, maar de strijd tussen voor- en tegenstanders van een verplaatsing wordt desondanks verbeten gevoerd.
En het moet worden gezegd: de collectie oude meesters in de Gemäldegalerie is meer dan indrukwekkend. In totaal omvat de verzameling rond 3.500 werken, daaronder veel van de Italiaanse (vooral 13e-16e eeuw), Nederlandse (vooral 17e eeuw) en Vlaamse school. Zo zijn hier niet minder dan 16 werken van Rembrandt te bewonderen en voorts schilderijen van Johannes Vermeer, Paulus Potter, Jan Steen, Frans Hals en velen meer. In uw reisgids wordt zonder twijfel uitvoerig bij dit museum stilgestaan.
Als het met het weer een beetje meezit (ooit móet de lente toch komen), raad ik u aan vanaf de Gemäldegalerie linskaf de Stauffenbergstrasse te nemen. U komt dan uit op de Reichspietschufer, waar u rechtsaf slaat (met het Landwehrkanal dan aan uw linkerzijde). Direct voor u ziet u het Bendlerblock, waarover ik hier al eens wat heb geschreven. De eerste straat rechts is de Hildebrandtstrasse, waar u een blik op het zogenoemde Ehrenmal van de Bundeswehr kunt werpen, maar leuker is de tweede weg rechts (Hiroshimastrasse).
Dit is een interessante straat, waar diverse, in totaal uiteenlopende stijlen gebouwde ambassades zijn te vinden – daaronder (toeval of niet) de Japanse. De Hiroshimastrasse komt uit op de Tiergartenstrasse, waar vandaan u bus 200 richting Zoologischer Garten (linksom) of richting Alexanderplatz (rechtsom) kunt nemen.
Een expositie van een heel andere aard wil ik u niet onthouden: nog tot eind april zijn in Berlijn werken van de Nederlandse schilder Rob Jacobs te zien, die zich tot de zogenoemde plein air schilders rekent – kunstenaars dus, van wie de werken voornamelijk buiten en niet in een atelier tot stand komen. Ik was bij de vernissage in het Fahrradbüro in de Hauptstrasse 146 hoek Crellestrasse in Schöneberg. U komt hier het snelst met bus M85 of met de U-Bahn (lijn 7, halte Kleistpark, van daar 5 minuten te voet).
Het Fahrradbüro was inderdaad ooit een fietsenzaak, maar is dat inmiddels niet meer. De ruimte wordt nu kunstenaars (vrijwel) kosteloos voor exposities ter beschikking gesteld en Rob Jacobs is daar dus één van. Een overzicht van zijn werk vindt u hier. Mij bevielen de schilderijen van Rob Jacobs wel: de stads- en strandtaferelen herinnerden mij enigszins aan Franse impressionisten zoals Monet en Pissarro, die eveneens plein air kunstenaars waren.
Overigens is de buurt rond dit gedeelte van de Hauptstrasse (Crellestrasse, Akazienstrasse, Eisenacher Strasse) erg aardig, met veel winkels, cafés, restaurants en kunstgaleries. Daarover een volgende keer meer.
Ik heb in het verleden al een aantal malen geschreven dat Berlijn voortdurend in beweging is en nooit tot rust lijkt te komen. Dat is momenteel weer heel duidelijk te zien rond de beide grote boulevards van Berlijn: Unter den Linden in het oosten en de Kurfürstendamm in het westen. De Prachtstrasse Unter den Linden doet zijn naam momenteel niet bepaald veel eer aan: het is in feite één grote bouwput vanwege de verlenging van de U-Bahn lijn 5 van de Alexanderplatz naar het Brandenburger Tor. Zoals het er nu uitziet zal de bouw pas in het jaar 2019 voltooid zijn, maar niemand weet of daar niet nog een jaartje of wat bijkomt.
Heel anders ziet het er rond de Kurfürstendamm uit. Na de Wende (de val van de Berlijnse Muur) richtte de aandacht zich vooral op het oostelijk gedeelte van de stad, waar de wijken Prenzlauer Berg, Friedrichshain en ook Pankow door de trendsetters werden ontdekt. In de laatste tijd lijkt zich echter een ommekeer af te tekenen en bezint men zich weer op de positieve kanten van wijken als Wilmersdorf en Charlottenburg. Zorgvuldige renovatie van verwaarloosde gebouwen en geslaagde nieuwbouw dragen er mede toe bij dat de City-West weer helemaal in raakt. Een kleine greep:
Op de hoek van de Kurfürstendamm met de Bleibtreustrasse is op nummer 195 inmiddels een zeer modern gebouw uit glas en staal verrezen dat mode- en trendbewuste Berlijners en bezoekers wil aantrekken. De befaamde snackbar Kurfürstendamm 195 heeft zich gelukkig weten te handhaven en serveert als vanouds de zelfgemaakte currywurst met pittige saus en daarbij desgewenst een glas Dom Pérignon.
Pal daarnaast, op nummer 193/194 tussen Bleibtreu- en Schlüterstrasse is binnenkort de restauratie van het Haus Cumberland voltooid. Dit gebouw stamt uit het begin van de 20e eeuw en staat onder monumentenzorg. Je kunt gerust zeggen dat het een nogal wisselvallige geschiedenis achter zich heeft: het werd gebruikt als wapendepot, deed dienst als grand hotel, en na de oorlog was hier vele jaren de belastingdienst van de stad Berlijn gevestigd. Ook was het een aantal jaren geleden het decor voor de film The Bourne Supremacy.
De façade werd in de oorspronkelijke staat hersteld en mede daardoor straalt het pand weer de grandeur van weleer uit. Inmiddels hebben diverse chique winkels hier hun intrek genomen. Bijzonders fraai is de kledingzaak 14oz en navenant zijn daar natuurlijk de prijzen.
Het café-restaurant Grosz, dat kort geleden hier zijn poorten opende, is alleen al een bezoek waard. Dit naar de schilder George Grosz benoemde etablissement past perfect in de ambiance van Haus Cumberland en heeft een uitgesproken smaakvol interieur. Echt klasse!
De schilder woonde in de dertiger jaren overigens aan de overkant van de Kurfürstendamm (nu George-Grosz-Platz geheten), voordat hij in 1933 naar de Verenigde Staten emigreerde. In de jaren vijftig keerde hij terug naar Berlijn, waar hij in 1959 na een avondje stappen door een val van de trap in zijn woning aan de nabijgelegen Savignyplatz om het leven kwam. Een plaquette aan het huis op nummer 5 herinnert aan deze gebeurtenis.
Deze Savignyplatz is trouwens een ander goed voorbeeld voor de revival van het gebied rond de Kurfürstendamm. Vroeger was het een tamelijk groezelig stukje Berlijn, met prostitutie en speelcasino’s, maar de laatste jaren heeft zich hier een aantal nieuwe, sfeervolle eethuizen gevestigd, daaronder twee prima Spaanse restaurants, een Vietnamees en een Italiaan. Maar mijn favoriet is toch wel de bistro Brel, die een kleine, maar fijne kaart heeft en waar je met wat geluk ’s avonds laat een onvermoeibare pianist chansons van het slag Il est cinq heures, Paris s’éveille van Jacques Dutronc kunt horen spelen. U vindt deze bistro op de hoek met de Grolmanstrasse.
In de straten rondom de Savignyplatz vindt u eveneens talloze restaurants en cafés, het is moeilijk hier een keus te maken. Daarom een paar tips van mij: op de hoek van de Savignyplatz en de Kantstrasse is de cocktailbar Hefner te vinden. Prima gemixte cocktails zoals Dark and Stormy, Paddington en een drankje met de eigenwillige naam Horse’s Neck zijn hier verkrijgbaar. Mijn tip: een Moscow Mule (met een schijfje komkommer). De service is zeer goed, de muziek ook en de prijzen zijn redelijk te noemen.
Iets verderop, rechtsaf in de Kantstrasse, vindt u op nummer 148 het Schwarze Café, dat hier al sinds ruim dertig jaar is gevestigd en 24 uur per dag geopend is (behoudens een paar uurtjes op de dinsdagmorgen). Het is hier altijd druk, de bediening is goed en de prijzen zijn in orde. Als Berlijn slaapt kunt u hier nog terecht voor een afzakkertje dan wel voor een vroeg ontbijt. Ik was er laatst weer eens en stelde eens te meer vast dat de tijd hier werkelijk stil is blijven staan. Er heerst een prettige wanorde en door de ontspannen sfeer zullen de meeste mensen zich hier ongetwijfeld onmiddellijk thuis voelen.
Schuin aan de overkant van de Kantstrasse is het Stilwerk te vinden: een verzameling chique life-style winkels: kunst, sieraden, meubels, stoffen, lampen en wat dies meer zij. Hoewel ik niet aanneem dat u van plan bent tijdens uw verblijf in Berlijn een nieuw bad of een nieuwe zithoek te bestellen, is een bezoekje aan dit 20.000 m² grote complex (verdeeld over vijf etages) de moeite waard. Smaakvol en trendy, dat is het zo’n beetje. Aanvulling van 30.04.2021: Stilwerk heet nu Living Berlin.
Daar weer schuin tegenover, net na de Uhlandstrasse, is de fameuze Paris Bar te vinden, een typisch symbool van de West-Berlijnse bourgeoisie uit de tijd van de Berlijnse Muur. Hier waren en zijn ook tegenwoordig nog kunstenaars aan te treffen, maar het merendeel van de bezoekers bestaat uit toeristen, die hopen hier beroemdheden tegen het lijf te lopen.
Een stukje verder, op de hoek van de Kantstrasse en de Fasanenstrasse bevindt zich een vrij chic, maar desondanks niet al te duur Italiaans restaurant: Nuovo Mario. Het eten is hier voortreffelijk.
De opening heeft ruim een jaar langer op zich laten wachten, maar nu is het dan eindelijk zover: het vijfsterren hotel Waldorf Astoria Berlin heeft zijn deuren geopend. Te vinden is het hotel in de Hardenbergstrasse 28, in feite helemaal aan het eind van de Kantstrasse (gezien vanaf de Savignyplatz). Met zijn bijna 120 meter is het één van de hoogste gebouwen van de stad.
Ook wat de prijzen betreft is the sky the limit: een overnachting in de King Ambassador Suite kost meer dan 10.000 Euro. In het hotel bevindt zich een bar, die naar de beroemde regisseur Fritz Lang (Metropolis) is benoemd: de Lang Bar. Voorts is er een café dat – nogal gedurfd – de naam Romanisches Café heeft gekregen.
Het oorspronkelijk café met die naam stamt uit 1900 en was in het eerste deel van de 20e eeuw stamcafé van veel kunstenaars, daaronder beroemdheden als Erich Kästner, Bertold Brecht, Otto Dix, Max Liebermann en Billy Wilder. Het nieuwe Romanische Café heeft niet veel gemeen met zijn beroemde naamgenoot: het is een nietszeggend etablissement zonder eigen gezicht met een twijfelachtig interieur. Daar kan ook de kleine bibliotheek niet veel aan veranderen.
Vlak in de buurt worden nog dit jaar het Bikinihaus (waarover ik hier al eens wat heb geschreven) en volgend jaar het gerenoveerde Zoo-Palast (bioscoop) geopend, wat ongetwijfeld tot een verdere opwaardering van de omgeving van de Kurfürstendamm zal leiden. Daartoe zal ongetwijfeld ook de aanstaande opening van een gigantische Appel-Store aan de Kurfürstendamm 26 een bijdrage leveren.
Hier was vroeger de beroemde bioscoop Filmbühne Wien gevestigd: na de sluiting werd het pand fraai gerestaureerd, maar stond daarna goeddeels leeg. Ik ken de fraaie Apple-Store in Hamburg en vermoed dat deze nog zal willen overtreffen. Het enige probleem is dat niemand precies weet, wanneer de Store in Berlijn zal worden geopend.
De laatste blog sloot ik af met een paar woorden over het nieuwe vliegveld Berlin Brandenburg International (BBI). Wij zijn nu een paar maanden verder en de situatie heeft zich inmiddels dramatisch toegespitst. Alweer voor de vierde keer moest worden toegegeven dat de opening zal worden uitgesteld! Er is nu geen sprake meer van dat het bij de verschuiving naar het najaar van dit jaar blijft en het is zelfs niet eens zeker dat het vliegveld volgend jaar (2014) zal kunnen worden geopend. Horst Amann, de nieuwe technische chef, nam het jaar 2015 al in de mond! En dan te bedenken dat de opening oorspronkelijk voor het jaar 2007 was gepland.
Groot is nu uiteraard de paniek – vooral bij de politici die tegen beter weten in en tot het laatst toe bleven beweren dat men alles onder controle had. Dat blijkt wel uit het feit dat men uitgerekend de 70-jarige Hartmut Mehdorn als redder in de nood heeft uitgekozen – de man dus, die de Berlijnse S-Bahn kapot saneerde en er bij de aangeslagen luchtvaartmaatschappij Air Berlin de brui aan gaf toen de problemen hem over het hoofd groeiden.
Inmiddels heeft Klaus Wowereit (de burgemeester van Berlijn) zijn functie als voorzitter van de raad van commissarissen overgedragen aan de minister-president van de deelstaat Brandenburg. Zoals u wellicht weet, ligt het nieuwe vliegveld net buiten Berlijn op Brandenburgs grondgebied. De directeur is de laan uitgestuurd en men is nu naarstig op zoek naar een opvolger. Bovendien werd bekend dat de kosten nog verder omhoog zullen gaan. Ging men oorspronkelijk nog van een bedrag van 1,7 miljard Euro uit, liggen de kosten nu al bij ca. 4,3 miljard Euro en vrijwel niemand zal zich er nog over verbazen als de grens van 5 miljard Euro zal worden overschreden. En er is nog geen oplossing gevonden voor het probleem van de brandbeveiliging.
Daarnaast werd bekend dat de al vastgelegde Wannseeroute alsnog is afgekeurd, omdat de vliegtuigen die deze vluchtroute zouden nemen te dicht bij een onderzoeksreactor zouden kunnen komen. Je vraagt je echt af, hoe dit allemaal mogelijk is. Zoals zo vaak in dit soort situaties zijn er geen schuldigen aan te wijzen: iedereen wijst met de vinger naar een ander en de verantwoording voor deze catastrofe wil uiteraard niemand op zich nemen. Er gaan overigens al stemmen op, er toch nog maar eens goed over na te denken het vliegveld Tegel ook na de ingebruikname van BBI open te houden. Natuurlijk worden dergelijke denkbeelden van officiële zijde momenteel nog verontwaardigd van de hand gewezen, maar het zou mij niet verbazen als die stemmen in de toekomst nog een stuk luider worden. Het verhaal van het nieuwe vliegveld van Berlijn is nog lang niet afgelopen en nieuwe verrassingen zijn uiteraard niet uitgesloten.
Je mag het niet hardop zeggen, maar voor de meeste bezoekers is die vertraging helemaal zo erg nog niet. Het vliegveld Tegel ligt nu eenmaal een stuk centraler dan BBI en je bent dus een stuk sneller in het centrum. Jammer genoeg vliegt Transavia niet meer van Schiphol naar Tegel, zodat in feite alleen nog de dure Lufthansa overblijft. Easyjet vliegt uitsluitend op het oude vliegveld Schönefeld, dat naast het BBI ligt en Air Berlin heeft er al een paar jaar geleden helemaal de brui aan gegeven.
Ondanks de krakelen rond de vliegvelden van Berlijn worden met de Pasen zo’n twee miljoen bezoekers verwacht, daaronder zonder twijfel weer zeer velen uit Nederland. Hen wens ik een aangenaam verblijf in deze rommelige, vaak chaotische maar altijd weer zo boeiende stad.